Arjan Verkade schreef:

Mooie foto ook bij het stukje, er zijn maar heel weinig M35’s in Bleu Delta.

Geen want ze horen allemaal grijs te zijn.

Volgens de site van De Eendengarage was er een M35 in de collectie van Heuliez blauw gespoten omdat dit de lievelingskleur van mijnheer Heuliez was. Dit is de blauwe op de foto.
Correctie: volgens de site van Sander zijn er 3 blauwe.

JWH schreef:

Nog wat plaatjes:
->klik
->klak

JW

Wat ze hebben gedaan is de veerpotten van een A-type vervangen door hydropneumatische veerunits. Dus toch een omgebouwde Ami…
Als dat niet makkelijk na te bouwen is… Wanneer is-ie klaar Franq?

waterman schreef:

Arjan Verkade schreef:

Mooie foto ook bij het stukje, er zijn maar heel weinig M35’s in Bleu Delta.

Geen want ze horen allemaal grijs te zijn.

Ik dacht wel eens gelezen te hebben dat er 3 of 5 in die kleur blauw waren.

Of was dat bij de BiRotor alleen het geval?

Wat ze hebben gedaan is de veerpotten van een A-type vervangen door hydropneumatische veerunits. Dus toch een omgebouwde Ami…
Als dat niet makkelijk na te bouwen is… Wanneer is-ie klaar Franq?

Heb jij nog een bouwpakketje liggen dan?

Ik heb dat nog meegemaakt, de introductie van deze beide typen.

De Nederlandse autopers werd een aantal dagen in de gelegenheid gesteld om deze

Citroens, de GS en SM op het circuit van Zandvoort uit te proberen.

Daar was natuurlijk veel belangstelling voor.

Dat koste wel wat GS banden en velgen en bij een van de SM’s de ophanging van

de versnellingsbak.

Belangstelling,ook met het meerijden met een oud medewerker met een DS die hij in een vierwieldrift

over het circuit liet racen. Weinigen kregen dit voor elkaar met een dergelijke Citroen.

Hetgeen niet lukte met de door hem zelf gemaakte ingekorte DS, die inderdaad nog

steeds bestaat.  En over die M35 bestaat een ander verhaal.

Ha Kees, ik heb jouw verhaal over de M35 gelezen op de website van de M35! Mooi verhaal weer.
Patrick

van de voorpagina

1974: De Peugeot CX redt Citroën

Als gevolg van de energiecrisis vallen de verkoopcijfers van Citroën en vallen de snelheden in bijna heel Europa tot wettelijke maxima. Citroën zelf valt ook en wel heel diep. Peugeot komt nog net op tijd helpen kosten te besparen. In deze moeilijke situatie moet de CX de DS aflossen, nog extra bemoeilijkt door een halfslachtige positionering van de nieuweling.

Als antwoord op de oliecrisis van 1973 neemt de Nederlandse regering een aantal ferme maatregelen. Van 4 november 1973 tot en met 6 januari 1974 geldt op zondag een rijverbod. Ook feestverlichting wordt van december 1973 tot maart 1974 in de ban gedaan. Wanneer op 7 januari 1974 de benzine op de bon gaat, wordt dat een grote flop, dus die maatregel houdt het nog geen maand vol. De per 6 februari 1974 ingevoerde maximumsnelheid van 100 km/h op auto(snel)wegen houdt het ietsje langer vol…

Op 2 april overlijdt de Franse president Georges Pompidou aan leukemie. Frankrijk kiest op 19 mei Valéry Giscard d’Estaing tot zijn opvolger. Jacques Chirac wordt eerste minister. De nieuwe regering gaat voortvarend te werk, legaliseert abortus, verlaagt meerderjarigheid naar 18 en verleent zijn goedkeuring aan enkele ‘grands projets’, waaronder Paris la Défense en het Centre Beaubourg naar een spraakmakend ontwerp van de architecten Renzo Piano en Richard Rogers.

Nederland voetbalt een fantastisch WK, maar moet op 7 juli tijdens de finale in München toch zijn meerdere erkennen in het West-Duitse elftal. België viert op 21 juli de vijfde Tour-zege van Eddy Merckx. De “Kannibaal” geeft eeuwige tweede Raymond Poulidor opnieuw het nazien. Nadat Merckx op 8 juni ook al zijn vijfde Giro d’Italia gewonnen had, is dit tevens zijn derde dubbel in Giro en Tour.

In 1973 heeft Citroën de nieuwe fabriek te Aulnay-sous-Bois in gebruik genomen. Deze staat net buiten Parijs, heeft goede spoor- en snelwegverbindingen en krijgt in maart 1974 de nieuwe luchthaven van Roissy Charles-de-Gaulle als buurman. Aulnay heeft vooral veel ruimte; het bedrijfsterrein meet bijna 170 hectare. Dat is heel wat anders dan de fabriek aan de quai de Javel (sinds 1958 quai André Citroën) in het 15e arrondissement van Parijs. Wanneer in 1974 de productie in Aulnay eenmaal goed op gang is gekomen, sluit Javel zijn deuren en sluit Citroën een belangrijk hoofdstuk van zijn geschiedenis. Tussen 1919 en 1974 zijn daar ruim 3,2 miljoen auto’s gebouwd, van de eerste A-types tot en met de DS’en.

De financiële middelen van Citroën raken volledig uitgeput door stijgende operationele kosten, de bouw van de fabriek in Aulnay, de ontwikkeling van “projet L”, de mislukking van de Wankel-motor en de terugvallende afzet na de energiecrisis. Kon Citroën in 1973 nog 751.000 auto’s verkopen, in 1974 zijn het er slechts 689.000. Gelukkig kan Michelin een deel van het aandelenpakket bij Peugeot onderbrengen, een autobouwer die een veel voorzichtiger financieel beleid voert dan Citroën. De beide merken en de beide verkoopnetwerken blijven bestaan, maar inkoop, ontwikkeling en investering worden vanaf nu gezamenlijk aangepakt met het doel om grote schaalvoordelen te realiseren. In 1976 neemt Peugeot bijna alle resterende aandelen Citroën over en vormt PSA Peugeot Citroën. Ons merk is weer gered.

Projet L vindt zijn eindresultaat in de Citroën CX die op de Parijse Autosalon van 1974 zijn première beleeft. Technisch niet zo revolutionair als voorganger DS, overtuigt de CX met een voor die tijd laag brandstofverbruik, een goede geluidsisolatie en vooral met een scherp gelijnd en elegant profiel. De enkele ruitenwisser, de concave achterruit en het zwevende instrumentenpaneel werken bijzonder futuristisch. Vreemd genoeg beleeft de CX zijn première met de kleinste motor uit de DS-reeks en met een redelijk mager uitrustingsniveau, zodat hij in het modellengamma onder de DS gepositioneerd wordt, die hij toch zal moeten opvolgen. Zo maken de marketingmensen van Citroën het de nieuweling niet gemakkelijk. Sinds het avontuur in Lapland is de Europese autopers de CX gunstig gezind en kiest hem tot auto van het jaar. Door een wijziging in de procedure wordt de CX zelfs in een keer auto van het jaar 1974 en van het jaar 1975. Citroën corrigeert de ongemakkelijke positionering van de CX door vanaf modeljaar 1976 meer keuze in uitrustingsniveaus te bieden. Met de komst van de Prestige in februari 1976 kan de binnenruimte van de CX die van de DS evenaren en met de komst van de 2400 GTi in mei 1977 worden eindelijk de prestaties van de DS 23 i.e. gepasseerd. De CX berline maakt in mei 1989 plaats voor de XM. Wanneer in oktober 1991 ook de XM break verschijnt, heeft de teller van geproduceerde CX’en de 1,2 miljoen exemplaren overschreden. De modelontwikkeling van de CX is beschreven in het topic Citroën CX - geschiedenis.

Indien je vindt dat we ten onrechte een jaar hebben overgeslagen, klim dan snel in de pen en schrijf je eigen artikel aan .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken). Reacties op dit artikel kun je hier plaatsen.

tekst: RensKorevaar, foto: Automobiles Citroën

Alweer een mooie stukje!

Leuk stuk Rens!

Het blijft me altijd weer verbazen dat ze eigenlijk 3 jaar nodig gehad hebben om een beetje alle DS modellen een opvolger te geven.
Een vroege CX 2000 zonder Diravi lijkt me toch wat karig als je een DS gewent was, die vanaf dag 1 (1955) wel standaard van stuurbekrachtiging voorzien was.
Goed, uiteindelijk maakt die Diravi het wel weer het wachten waard!

En ja, XM naar C6 duurder nog langer moeten we maar denken…

Wederom een leuk stukje met ditmaal in de hoofdrol de CX.

Blijft inderdaad merkwaardig hè, dat de CX in eerste instantie vooral de kale ID modellen mocht opvolgen. Leuke samenvatting van een stukje geschiedenis.

Mooi artikel weer. Leuk ook dat er ook gebeurtenissen uit het nieuws uit 1974 in staan. Ik zelf vroeg me af wat er in ‘74 uit de luidsprekers van al die vroeg aangeschafte CX’en schalde.

Een blik op de nummer één hits van dat jaar levert echter een weinig florisant beeld op. Vader Abraham en boer Koekoek stonden twee weken boven aan de Top 40 met een lied over, hoe toepasselijk,  de olieboycot (den Uyl is in den olie). Maar het is ook het jaar van (ook al toepasselijk) Krafwerks Autobahn. In 1974 stond Elvis Presley nog in de hitlijsten en werden The Talking Heads net opgericht. Een jaar met voorlopers van de Punk en met Tubular bells. Maar het beste beeld geven de hits. Om er een paar te noemen: Waterloo, Dreamer en Love hurts, No women No cry en I shot the sheriff. Tja gelukkig hebben we de CX nog. Een evergreen.

JW

Mijn DS Break uit 74 had een eighttrack/radio. Op de bandjes o.a. Petula Clark, John Denver, Vicky Leandros, Nana Moskouri en erger. Eigenlijk wel leuk hoor, een ‘soundscape’ dat bij de tijd van de auto past.

Wie heeft zin om 1976 en la belle Hélène te beschrijven?

Er bestaan zelfs officiële persfoto’s van de kleine schoonheid in een Nederlandse setting: