Mistlampen (bumper), mag je die nu wel of niet overdag aanhebben?
Een veel voorkomend probleem, want het hangt behalve van de omstandigheden ook af van het type gemonteerde lampen. Zijn de glazen van die lampen voorzien van een aanduiding B (brouillard) of F (fog) en een goedkeuringsnummer dan betreft het MIST-lichten en mogen deze dus alleen in gevallen genoemd in het RVV worden gevoerd.

Artikel 34
Bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstig belemmert, mogen bestuurders van een motorvoertuig en van een gehandicaptenvoertuig mistlicht aan de voorzijde voeren.
Bij mist of sneeuwval, die het zicht beperkt tot een afstand van minder dan 50 meter mag mistachterlicht worden gevoerd.
Zijn de glazen niet van een dergelijke aanduiding voorzien, dan zullen ze als overige verlichting (dimlicht, verstralers, breedstralers o.i.d.) gelden. Hiervoor bestaat de bepaling dat deze niet hinderlijk of verblindend mogen zijn.

Voertuigreglement:

Artikel 5.2.64
Personenauto’s mogen, met uitzondering van grote lichten, niet zijn voorzien van verblindende verlichting.
Personenauto’s mogen, met uitzondering van de richtingaanwijzers en de waarschuwingsknipperlichten, niet zijn voorzien van knipperende verlichting.

Hoe zit het precies met gekleurde lampen op de auto of brommer, mag dat?
Volgens het voertuigreglement mag een voertuig niet meer lichten voeren dan in het reglement is voorgeschreven. Ook is het aantal, de kleur en plaats is voorgeschreven.

Personenauto’s moeten zijn voorzien van:

  * twee of vier grote lichten;
  * twee dimlichten;
  * twee stadslichten indien het voertuig na 30 juni 1967 in gebruik is genomen, dan wel twee of vier stadslichten indien het voertuig voor 1 juli 1967 in gebruik is genomen;
  * twee richtingaanwijzers aan de voorzijde en twee aan de achterzijde van het voertuig, dan wel één richtingaanwijzer aan elke zijkant indien het voertuig vóór 1 juli 1967 in gebruik is genomen; het licht van de richtingaanwijzers van personenauto’s die na 30 juni 1967 in gebruik zijn genomen moet knipperen;
  * waarschuwingsknipperlichten indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen;
  * één zijrichtingaanwijzer aan elke zijkant van het voertuig indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen;
  * twee achterlichten indien het voertuig na 30 juni 1967 in gebruik is genomen, dan wel twee of vier achterlichten indien het voertuig vóór 1 juli 1967 in gebruik is genomen;
  * twee remlichten indien het voertuig na 30 juni 1967 in gebruik is genomen, dan wel één of twee remlichten indien het voertuig vóór 1 juli 1967 in gebruik is genomen;
  * een installatie ter verlichting van de aan de achterzijde van het voertuig aangebrachte kentekenplaat;
  * twee niet-driehoekige rode retroreflectoren aan de achterzijde van het voertuig;
  * een of twee mistlichten aan de achterzijde van het voertuig indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen; in het geval van één mistlicht moet dit zich bevinden in of links van het middenlangsvlak van het voertuig;
  * een of twee achteruitrijlichten indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen;
  * twee markeringslichten aan de voorzijde en twee aan de achterzijde van het voertuig, indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen en breder is dan 2,10 m, dan wel voor 1 januari 1998 in gebruik is genomen en breder is dan 2,60 m;
  * zijmarkeringslichten indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen en langer is dan 6,00 m, aangebracht overeenkomstig de door Onze Minister vastgestelde eisen;
  * ten minste twee ambergele retroreflectoren aan elke zijkant van het voertuig, indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen en langer is dan 6,00 m;
  * een derde remlicht, aangebracht zodanig dat:
      o het midden van het lichtdoorlatende gedeelte zich bevindt in het middenlangsvlak van het voertuig of op een afstand van ten hoogste 0,15 m vanaf dit middenlangsvlak, en
      o de onderzijde van het lichtdoorlatende gedeelte hoger ligt dan de bovenzijde van de remlichten, bedoeld in onderdeel h, indien het voertuig in gebruik is genomen na 30 september 2000.
  * De grote lichten, dimlichten, stadslichten en achteruitrijlichten mogen niet anders dan wit of geel stralen.
  * De richtingaanwijzers en waarschuwingsknipperlichten mogen naar voren niet anders dan ambergeel of wit en naar achteren niet anders dan ambergeel of rood stralen.
  * De zijrichtingaanwijzers, mogen niet anders dan ambergeel stralen.
  * De achterlichten en mistlichten aan de achterzijde mogen niet anders dan rood stralen.
  * De remlichten mogen niet anders dan rood of ambergeel stralen.
  * De kentekenplaatverlichting mag niet anders dan wit stralen en mag niet naar achteren stralen.
  * De markeringslichten mogen naar voren niet anders dan wit, en naar achteren niet anders dan rood stralen.
  * De zijmarkeringslichten mogen niet anders dan ambergeel stralen. Indien het achterste zijmarkeringslicht onderdeel uitmaakt van een rood stralend licht dan wel van een rode retroreflector, mag dit licht rood stralen.

Bromfietsen op twee wielen moeten zijn voorzien van:

  * een of twee dimlichten;
  * een of twee achterlichten;
  * een niet-driehoekige rode retroreflector aan de achterzijde van het voertuig.

Bromfietsen op drie of vier wielen moeten zijn voorzien van:

  * een of twee dimlichten indien de breedte van het voertuig 1,30 m of minder bedraagt en twee dimlichten indien de breedte van het voertuig meer dan 1,30 m bedraagt;
  * een of twee stadslichten indien de breedte van het voertuig 1,30 m of minder bedraagt en twee stadslichten indien de breedte van het voertuig meer dan 1,30 m bedraagt;
  * twee richtingaanwijzers aan de voorzijde en twee richtingaanwijzers aan de achterzijde indien het voertuig is voorzien van een gesloten carrosserie;
  * een of twee achterlichten indien de breedte van het voertuig 1,30 m of minder bedraagt en twee achterlichten indien de breedte van het voertuig meer dan 1,30 m bedraagt;
  * een of twee remlichten indien de breedte van het voertuig 1,30 m of minder bedraagt en twee remlichten indien de breedte van het voertuig meer dan 1,30 m bedraagt;
  * een of twee niet-driehoekige rode achterretroreflectoren indien de breedte van het voertuig 1,30 m of minder bedraagt en twee niet-driehoekige rode achterretroreflectoren indien de breedte van het voertuig meer dan 1,30 m bedraagt;
  * vier ambergele retroreflectoren aan de trappers voor zover de bromfiets is voorzien van niet-intrekbare trappers.

Zijspanwagens, verbonden aan een bromfiets, moeten zijn voorzien van een niet-driehoekige rode retroreflector, aangebracht aan de achterzijde van het voertuig op ten minste 0,25 m en ten hoogste 0,90 m boven het wegdek.

  * Het dimlicht mag niet anders dan wit of geel stralen.
  * Het achterlicht mag niet anders dan rood stralen.

Neonlichten onder de auto, mag dat?
Neen, volgens het voertuigreglement mag een voertuig niet meer lichten voeren dan in het reglement is voorgeschreven. Ook is het aantal, de kleur en plaats is voorgeschreven (zie antwoord op vraag 2).

Ik ben mijn kentekenplaat verloren, wat moet ik nou doen?
Bij vermissing of diefstal van één of beide kentekenplaten of (een deel van) uw kentekenbewijs vraagt u door middel van het RDW-formulier 345 (verkrijgbaar via het E-mail informatieformulier of bij de balies van de RDW-kantoren in Veendam en Zoetermeer) een vervangend kentekenbewijs aan.
Na enige tijd ontvangt u een nieuw kentekenbewijs met hetzelfde kenteken waarop een verhoogde duplicaatcode is geprint. Met dit nieuwe kentekenbewijs mag u vervangende kentekenplaten aanschaffen. Tot 1 februari 2003 kunt u kiezen of u het cijfer van de duplicaatcode in de plaat laat slaan. Na 1 februari 2003 is het inslaan van de duplicaatcode verplicht.

Ook als u alleen één of beide kentekenplaten mist, moet u altijd een vervangend kentekenbewijs aanschaffen. Met het nieuwe kentekenbewijs kunt u twee nieuwe, vervangende kentekenplaten (of één in geval van motoren) kopen. Zowel het nieuwe kentekenbewijs als de nieuwe kentekenplaten hebben een verhoogde duplicaatcode.
Als u uw kentekenplaten mist kunt u rijden met de tijdelijke, witte kentekenplaten met een maandnummer, in afwachting van de aanmaak van het vervangende kentekenbewijs en de nieuwe kentekenplaten. Deze tijdelijke kentekenplaten kunt u aanschaffen bij de erkende fabrikanten van kentekenplaten. U moet dan wel uw oude kentekenbewijs tonen.

Als u zowel uw kentekenplaten als uw kentekenbewijs mist, doet u aangifte van vermissing bij de politie. Met het proces-verbaal kunt u de tijdelijke kentekenplaten aanschaffen. Het kenteken van uw voertuig blijft in geval van vermissing of diefstal hetzelfde, maar uw kentekenbewijs en uw kentekenplaten worden voorzien van een verhoogde duplicaatcode. Als iemand anders met uw oorspronkelijke kentekenplaten overtredingen begaat, dan is de zichtbare duplicaatcode het bewijs dat u daarvoor niet aansprakelijk bent. De duplicaatcode op kentekenplaten is ook zichtbaar bij fotocontroles langs de weg.

Ik ben mijn kentekenbewijs kwijt, wat moet ik nu doen?
Zie antwoord hierboven

Mag ik met mijn autorijbewijs op een brommer rijden?
Ja, dat is toegestaan. Neemt niet weg dat het verstandig is om een bromfietscursus te volgen die het ROVG zelfs subsidieert want dan leert u ook de voertuigvaardigheden.

Welke autopapieren moet ik verplicht bij me dragen?
U dient altijd uw rijbewijs en het kentekenbewijs te kunnen tonen als u daar naar gevraagd wordt. Dus deze documenten moet u verplicht bij u dragen als u auto rijdt (op eerste vordering kunnen tonen en geen kopie).

Waar moet ik mijn motor nou parkeren?
Bestuurders van een motorfiets mogen voor het parkeren van hun voertuig alle weggedeelten gebruiken, behalve het trottoir, het voetpad, het fiets/bromfietspad of het ruiterpad.

De bestuurder mag zijn voertuig niet parkeren:

  * bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan;
    voor een inrit of een uitrit;
  * buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;
  * op een parkeergelegenheid voor zover zijn voertuig niet behoort tot de op het onderbord aangegeven categorie voertuigen, op een andere wijze dan op het onderbord is aangegeven, dan wel op de dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden
  * en langs een gele onderbroken streep.
  * De bestuurder mag zijn voertuig voorts niet dubbel parkeren.

Betaald parkeren, valt onder de Gemeentelijke Belastingen en is geregeld in plaatselijke Parkeerverordeningen. Per plaats kan er dus iets geregeld zijn over het al of niet toestaan van tweewielige motorvoertuigen op plaatsen bestemd voor betaald parkeren. Bijna overal mogen tweewielige motorvoertuigen niet geparkeerd worden bij betaald parkeerplaatsen en moet men dus terugvallen op plaatsen waar het RVV het toestaat.

Ik sta op het punt een brommer te kopen, kan de politie uitzoeken d.m.v. het framenummer of ‘ie gestolen is?
Ja, maar hiervoor dient u met alle gegevens van de bromfiets op het politiebureau te komen (niet telefonisch).

Hoeveel dagen mag ik mijn aanhanger parkeren bij ons in de straat?
Dit is afhankelijk van uw woonplaats. Dit is geregeld in de Plaatselijke Verordening en kan dus per woonplaats verschillen. In de meeste gemeenten is in de verordening maximaal 3 dagen opgenomen.

Kan ik mijn scooter eens laten testen op de rollerbank bij een politiebureau, ik wil graag weten of hij aan de wettelijke eisen voldoet?
Ja, dit behoort tot de mogelijkheden maar u dient hiervoor van tevoren een afspraak voor te maken.

Mogen politieauto’s zonder zwaailicht of sirene wel harder rijden dan de maximaal toegestane snelheid?
Ja, politievoertuigen vallen onder de vrijstelling van ons verkeersreglement (RVV 1990).

Mag ik mijn autoruiten blinderen met speciale folie?
Neen, in het voertuigreglement staat omschreven waaraan de ruiten van uw auto moeten voldoen. Het aanbrengen van folie is niet toegestaan.

De voorruit en de zijruiten van personenauto’s mogen:

  * geen beschadigingen of verkleuringen vertonen,
  * niet zijn voorzien van onnodige voorwerpen, die het uitzicht van de bestuurder belemmeren.
  * Indien de personenauto niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel, mag de achterruit:
  * geen beschadigingen of verkleuringen vertonen,
  * niet zijn voorzien van onnodige voorwerpen, die het uitzicht van de bestuurder belemmeren.

Onze Minister kan regels vaststellen omtrent het bepaalde in het eerste lid.

Is het mogelijk een verzoek in te dienen om ergens een snelheidscontrole te houden?
Ja, maar hiervoor moet u in contact treden met uw gebiedsagent en uw verzoek beargumenteren.

Er staat al weken een auto bij mij voor de deur, ik zie er nooit iemand bij, wie kan ik hiervoor bellen?
Het beste is om in contact te treden met uw gebiedsagent. Periodiek verschijnt er een ‘politiewijzer’. Dit boekje wordt deur aan deur verspreid. Hier staat veel informatie in over de politie en ook wie uw gebiedsagent is en hoe u hiermee in contact kunt komen.

Ik heb te snel gereden, wat voor bekeuring kan ik verwachten?
De hoogte van de bekeuring hangt af van het aantal kilometers dat is overschreden en onder welke omstandigheden de overschrijding plaats vond, b.v. binnen of buiten de bebouwde kom of bij wegwerkzaamheden, zie voor meer informatie de Boetebase van het Openbaar Ministerie http://www.om.nl/boetebase

Mag ik zonder E rijbewijs een aanhanger achter de auto hebben?
Ja, tot een totaal aanhangwagen gewicht van 750 kg. Is de aanhangwagen zwaarder dan mag het totaal gewicht van de aanhangwagen het lediggewicht van de trekkende auto niet overschrijden. In andere gevallen is E noodzakelijk.

hieruit kan ik ook conclideren dat zijknippers op een Bx niet nodig zijn:

Personenauto’s moeten zijn voorzien van:
één zijrichtingaanwijzer aan elke zijkant van het voertuig indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen

McDean schreef:

hieruit kan ik ook conclideren dat zijknippers op een Bx niet nodig zijn:

Personenauto’s moeten zijn voorzien van:
één zijrichtingaanwijzer aan elke zijkant van het voertuig indien het voertuig na 31 december 1997 in gebruik is genomen

Mijn 1e type heeft ze ook niet. Wellicht heeft het 2e type ze gekregen omdat deze regel in andere landen eerder in gegaan is?

Dit is meer iets voor diversen/algemeen. Schopje dus.