Van de voorpagina:

Kortgeleden bezocht de redactie van het forum Parijs, om met maar liefst drie vernieuwde Citroënmodellen te rijden. Daarbij kregen wij nog een unieke kans: een bezoek aan het testcentrum voor aandrijflijnen van PSA, gelegen in Carrières-sous-Poissy. Dit testcentrum is de grootste testfaciliteit van het PSA-concern en normaal gesproken kom je daar als buitenstaander niet binnen!

Al bij binnenkomst valt de strenge beveiliging op. Telefoons moeten worden ingeleverd, bezoekers moeten een geel hesje dragen en we krijgen nogmaals te horen dat het ten strengste verboden is om foto’s of video’s te maken. Als we naar het eerste gebouw lopen, wordt ons daarbij nog even fijntjes uitgelegd om vooral achter onze gids te blijven en het groene pad niet te verlaten. Als een schoolklas achter de meester aan lopen we zo naar de eerste hal van dit in 2008 geheel gerenoveerde en vergrote testcentrum.

Eerst komen we langs de brandstof- en smeermiddelenopslag. Hier heeft men een ruimte waar 400m3 aan smeermiddelen kan worden opgeslagen. Tevens bevinden zich hier de ondergrondse brandstoftanks en het eigen tankstation. Op het testcentrum heeft PSA beschikking over zes verschillende soorten benzine, van de in Europa gebruikelijke euro 95, E10 en 98 octaan brandstof tot en met de benzine’s die in andere delen van de wereld verkocht worden. Denk hierbij aan benzine van mindere kwaliteit, zoals die in enkele exportmarkten gebruikt worden. Daarnaast zijn er zes dieselsoorten voorhanden. Alles om er voor te zorgen dat de auto’s, motoren en aandrijflijnen getest kunnen worden met brandstof voor de markten waarin het product uiteindelijk verkocht gaat worden. In totaal ligt er in de ondergrondse tanks zo’n 240.000 liter brandstof opgeslagen. Per jaar wordt er zo’n 1,5 miljoen liter verstookt! Ook vinden we hier een grote hoeveelheid vloeibare gassen die gebruikt worden voor de diverse tests.

Dan stappen we de eerste hal binnen. De hal waar losse motoren getest worden. Het gehele testcentrum bevat trouwens bijna 60 verschillende testbanken. Zo’n testbank heeft een prijskaartje: een motorentestbank kost inclusief de software en bedieningssystemen tussen de 1 en 1,5 miljoen euro. Dat is dus de prijs voor een testbank waar men alleen een motor op kan testen. Een testbank voor een complete aandrijflijn kost al meer dan 2,5 miljoen euro. Per stuk dus! Wat wel aardig is om te weten: PSA beschikt als n van de zeer weinige autofabrikanten over een eigen testbank voor hybride aandrijflijnen. Het testcentrum is 24 uur per dag in gebruik en men werkt er in drie ploegen die niet alleen de tests uitvoeren. Medewerkers zijn continu bezig motoren klaar te maken voor de tests, en ook de testapparatuur en testopstellingen zelf moeten onderhouden worden.

Een motor ondergaat voor hij uiteindelijk op de markt gebracht wordt natuurlijk een groot aantal tests. Een paar wetenswaardigheden nog maar? Voordat een nieuwe motor bij de consument terecht komt, is er ruim 100.000 uur getest en zijn er 60 verschillende tests uitgevoerd die betrekking hebben op het mechanische gedeelte van de motor. In totaal maar liefst 120 verschillende tests. Op elk gegeven moment test men tot wel 500 verschillende motoren in diverse stadia van ontwikkeling. De door PSA gebruikte testbanken hebben trouwens ook voorzieningen om een aantal tests volledig automatisch uit te voeren. Vooral bij duurzaamheidsmetingen is dat handig omdat het nogal wat personeelskosten kan schelen.

In de volgende hal waar we een kijkje mogen nemen, worden complete aandrijflijnen getest. De motor wordt hierbij samen met de versnellingsbak en aandrijfassen in een testopstelling gezet, inclusief het complete uitlaatsysteem dat men voor zo?n motor/bak combinatie bedacht heeft. Vervolgens kan men de hele unit testen. Vanuit de controlekamer kan de verantwoordelijke technicus alle handelingen verrichten die je achter het stuur van de auto zelf ook zou verrichten. Schakelen, koppelen, gas geven, afremmen, noem maar op. Een bijzondere vermelding verdient nog wel de ‘klimaatruimte’. Dit is een testbank die volledig afgesloten kan worden. De temperatuur in de ruimte kan vervolgens worden ingesteld op een waarde van 35 graden onder nul tot 100 graden boven het vriespunt. Daarnaast is het mogelijk om de motor te smeren en te koelen met koude of warme olie. Zo kun je dus een motor laten draaien terwijl de olietemperatuur bewust zeer laag gehouden wordt en de koelvloeistof net boven het vriespunt gehouden wordt. Op deze manier kan men duurzaamheidstests doen maar ook naar zwakke plekken in de gebruikte materialen zoeken en emissies meten onder zeer koude of juist zeer warme omstandigheden. Neem daarnaast nog even de mogelijkheid om zo’n test te doen met brandstof van verschillende kwaliteit en zo zou je midden in Frankrijk omstandigheden kunnen nabootsen die we alleen in Siberië of de woestijn tegenkomen. Dit alles zonder afhankelijk te zijn van weersomstandigheden of transport van mens en machine. We spotten zelfs waarschuwingslabels voor radioactieve substanties: met een radiologische scanner kunnen vloeistofbewegingen in een motor geanalyseerd worden.

Ons gezelschap wordt een derde en laatste hal binnengeleid. Hier bevindt zich een aantal rollenbanken, waarop een complete auto kan worden getest. We zien gehavende Peugeots en Citroëns, en diverse auto-onderdelen die zichtbaar mishandeld zijn. Banden aan flarden, gescheurde lederen zetels, halve bumpers. Er wordt niet zachtzinnig getest! Op de rollenbanken worden ook de homologatietests voor de Europese typegoedkeuring gedaan. Dit zijn gestandaardiseerde tests volgens Europese richtlijnen. De gebruikte apparatuur is hiervoor gecertificeerd en aan externe audits onderhevig. Het voordeel hiervan is dat de instantie die gaat over het toekennen van Europese toelating en emissienormen bij PSA in het testcentrum een complete homologatieprocedure voor een nieuw model kan uitvoeren. Dit scheelt aanzienlijk in tijden in kosten.

De rollenbank zelf staat ook weer in een klimaatkamer. Zo kan ook nu weer getest worden onder verschillende omstandigheden, denk bijvoorbeeld aan het simuleren van een koude start en de opwarmtijd van een blok. Om er voor te zorgen dat de klimaatkamer zo optimaal mogelijk gebruikt kan worden en men niet steeds hoeft te wachten tot een testauto weer is afgekoeld is er een wachtkamer gebouwd. Hier kunnen testauto’s versneld worden opgewarmd of versneld worden afgekoeld. Op deze manier is men in staat om ieder jaar zo’n 20.000 rollenbanktests te doen waarbij er tot wel 200.000 uur per jaar op de rollenbanken gereden kan worden.

Naast de testbanken voor motoren, aandrijflijnen en complete auto’s beschikt men op het terrein van het testcentrum ook nog over een tweetal kleine testbanen. Hier worden met name tests gedaan die gebruik in een stedelijke omgeving moeten nabootsen. Voor uigebreidere wegtests kan worden uitgeweken naar de testbanen van Citroën en Peugeot, bijvoorbeeld in La Ferté-Vidame.

Bij het verlaten van de door ons bezochte rollenbankruimte gaat er een dame nét iets te nadrukkelijk voor een deur staan. We kijken langs haar af en zien een aantal testauto’s staan, waaronder enkele zwaar gecamoufleerde modellen. Het zou zomaar kunnen zijn dat we naar een van de toekomstige PSA-modellen kijken. Helaas wordt ons geen blik in deze ruimte gegund. Niet getreurd, want al met al vonden we het een korte, maar leuke, leerzame ervaring om eens in deze testomgeving te mogen rondneuzen!

Tekst: waterman, redactie: 2d. Foto’s PSA Peugeot Citroën

Leuk om daar eens iets meer van te weten!

Inderdaad! Zeer interessant om te weten, ik wist wel dat er van alles getest werd maar zo uitgebreid.. 

Mooi verhaal.
Ze hadden wat mij betreft wel vergelijkbare tests mogen doen aan dat opbergvak-klepje in de passagiersdeur van de C5 wat iedere keer open valt….