Totaal aantal Berichten: 11738
Geregistreerd: 06-05-2007
- Xantia TD SX
De Restauratie: Dinky’s DS19
De DS. Misschien wel de meest aanbeden auto die Citroën ooit heeft gemaakt. Maar er is iets wat we vaak vergeten aan een DS. Een DS is voor een citrofiel als gaffertape voor een podiumtechnicus: als je even niet oplet trap je erin en volgt je er een naar huis.
Het is de DS vergeven. Je leert er immers snel van houden. En soms kun je eraan zien dat ze je met de moed der wanhoop gevolgd is. Dat geldt zeker voor de DS19 die ondergetekende in het portiek vond (of nou ja, eigenlijk met een partijtje Matchbox meenam). Slecht overgeschilderd, gebutst, vuile ramen, twee volkomen gare banden, een verkeerde band en een geheel ontbrekende: overduidelijk een schuurvondst.
Dinky Toys en de Citroën DS
Wat moet je nou met zo’n DSje? Eerst maar ’s kijken wat het is. Ja hoor: een Dinky Toys Citroën DS19, Made in France. En deze keer niet de versie van Editions Atlas die wegens mateloze populariteit nu haast onontkoombaar is (hoeveel zouden er daarvan overigens werkelijk als speelgoed zijn geëindigd?), maar ‘de echte’. Meccano, het Britse bedrijf dat Dinky Toys maakte, had al in 1912 een vestiging in Parijs geopend. Vanaf 1921 werden Meccano producten ook in Frankrijk gemaakt. Pas in de late jaren ’30 was de reeks Dinky Toys in Frankrijk zover, dat er ‘eigen’ Franse modellen werden gemaakt van onder andere Citroën, Panhard, Peugeot en Simca. In 1951 was de Franse Dinky catalogus als eerste compleet overgeschakeld op de nu standaard schaal van 1:43.
De DS, Dinky Toys nummer 24C, kwam uit in 1956. Twee jaar later werden er raampjes aan toegevoegd. In de catalogus veranderde het nummer daarom van 24C in 24CP. In 1959 verandert de catalogusnummering van Dinky Toys en krijgt de DS het nummer 522. Dat is ook het jaar dat de bolle velgjes worden vervangen door holle velgjes. De DS19 zou tot 1968 in het Franse Dinky Toys programma blijven. Voor zover is na te gaan is de persmal van de bodem nooit op de nieuwe nummering aangepast, zodat de DS19 tussen 1959 en 1968 nauwelijks nog te dateren is.
In 1962 voegt Dinky Toys een ID19 Break aan het programma toe. Als eerste versie verschijnt de ID19 Break Ambulance (nr. 556), voorzien van niet alleen ramen en een zwaailicht, maar ook van een compleet plastic interieur, besturing, vering en een openslaande achterklep. Op basis van deze mal verschijnt in 1963 de ‘burgerversie’ van de Break in een metallic bronskleur (nr. 539). Een bijzondere versie is de camerawagen van Radio – Télé Luxembourg (nr. 1404), die is gebaseerd op de gewone Break en die behalve van de juiste RTL kleurstelling en opdrukken ook is voorzien van een TV-camera en antenne op het dak.
Vanaf 1964 is er van de berline een luxe versie (Dinky nr. 530) met de tweede neus en met openslaande motorkap en kofferdeksel, die vanaf 1967 ook als politiewagen wordt geleverd (nr. 501). De luxe DS blijft tot 1972, het jaar waarin de eigen productie van Dinky Toys in Frankrijk stopt, leverbaar. In 1972 neemt het Spaanse Auto Pilen de mal over. Het model blijft wel als Dinky leverbaar, maar de bodem vermeldt nu ‘Made in Spain’. Later moderniseert Auto Pilen die mal: de neus verandert naar het derde type. Vanaf 1976 is dat model nog een paar jaar als DS23 (maar nog altijd met Dinky nr. 530) leverbaar. En Dinky Toys France zou Dinky Toys France niet zijn geweest als ze niet de ultieme DS in miniatuur zouden hebben uitgebracht: de DS Présidentielle 1-PR-75 (nr. 1435, 1970 - 1972). Uitgerust met Franse vlag, vering, speedwheels, chromen bumpers, werkende verlichting, openslaande kofferklep en achterportieren en een chauffeur, bodyguard en een piepkleine Georges Pompidou op flock bekleding is dat misschien wel het meest grandioze model dat Dinky Toys in Frankrijk heeft gemaakt. Een speciale versie van de Présidentielle (in een blauwe verpakking in plaats van geel) werd in 1971 door het Elysée als kerstcadeau aan kinderen van medewerkers gegeven. Zoals gezegd: hoe Frans kan het worden?
Dinky’s DS19 in restauratie
Om kort te gaan: bij zo’n DSje hoort een heel verhaal. Om in het geval van onze DS19 nog maar te zwijgen van de duidelijk vele, vele uren speelplezier die ’t kleine ding heeft opgeleverd. Zoiets neem je dus in huis, zodat ze een plekje tussen de andere DS-modellen kan krijgen. Eerst dan maar eens kennis maken met haar toekomstige vitrinegenootjes.
Kennismaken met vitrinegenootjes
Goed. Dan heeft ’t DSje eindelijk een thuis tussen de DS modelletjes gevonden. Maar een beetje aandacht zou dit modelletje absoluut goed doen. De Currus verpleegsters nemen de oude dame daarom liefderijk op.
Demontage
Eerst dan maar het moeilijkste: het model moet uit elkaar. Er is eigenlijk niet aan te ontkomen. Dinky Toys zijn sterk genoeg om er de klinkjes uit te boren, maar zoiets is altijd even slikken: het punt waarop je de laatste originaliteit gaat aantasten. Maar laten we eerlijk zijn: in deze toestand is de verzamelwaarde sowieso vrijwel nul. Een volgende verfbeurt is niet origineel, zelfs al zouden we perfect de goede kleur hanteren, maar voor het zicht niet onomkeerbaar. Als ik zin had gehad om deze DS in Bleu Delphinium over te spuiten, had ik dat dan ook zonder meer gedaan, maar aangezien we weten dat ze geel geweest is en dat dat helemaal niet lelijk is, gaan we ook nu weer voor fris citroentjesgeel. Met het dak, dat origineel lichtgrijs is geweest, nemen we iets meer vrijheid: dat wordt nu beige.
De oude bandjes kunnen nu verdwijnen. Het zwarte exemplaar is wel nog gewoon intact, dus die gaat in de voorraad reserveonderdelen. De andere twee zijn volledig rot en verdwijnen is de vuilnisbak. Vier nieuwe witte bandjes zijn geleverd door MK Models, die nog veel meer onderdelen voor diverse miniaturen kunnen leveren. Nu gaan we eerst maar eens met afbijtmiddel aan de gang.
Lakwerk
De verf aan de binnenkant is nog origineel en eigenlijk in prima staat. Dat gaan we dus zo laten. Dat betekent afplakken, want de buitenkant moet eerst worden ontvet en in de primer gezet. In de tussentijd kan dan de bodemplaat opgeknapt worden. Scotchbrite is ideaal voor het strippen en redelijk glad maken, waarna een kwastje Owatrol volgt bij wijze van roestpreventie (ook een Dinky DS heeft een geperst stalen bodem). Daarna wordt de bodem in de primer gezet en hoogglans zwart afgelakt. De koets kan inmiddels weer netjes citroengeel* worden gespoten (*dat is een leugen: in werkelijkheid is ze met Opel 485 ‘Ananas Gelb’ overgespoten).
Met de koets strak in de gele verf zijn we er nog niet: het dak moet nog beige worden gemaakt. De fabriek gebruikte daarvoor spuitmalletjes, en zoiets is van een stuk karton snel gemaakt. Nadat er voldoende droogtijd in acht is genomen wordt de mal onder de dakrand geklemd. Het dak beige maken is daarna snel gepiept. Als ook dat droog is, komen de busjes modelbouwverf van Humbrol en Revell tevoorschijn om de zilvergrijze en rode accenten weer aan te brengen. Hierbij kiezen we ervoor om de keienbak geel te laten. Bij Meccano werd die met de grille en bumper mee zilvergrijs gespoten, omdat de DS19 tot 1957 aluminium beslag op de keienbak had. We weten echter dat onze DS van 1959 of later is, en dan is een keienbak in carrosseriekleur correct. We gaan ook de achterlichten, knipperlichten en nummerplaten correct accentueren (ook hier: de DS had in 1959 inmiddels RVS trompetten in plaats van rood kunststof). Dat is dan misschien niets voor de purist, maar zoals gezegd zijn we met dit model, dat in principe alle verzamelwaarde al verloren heeft, vrij om dit soort kleine afwijkingen toe te passen. Bovendien hebben we waar het kan de originele toestand zo veel mogelijk behouden.
De montage
Het eerste onderdeel dat we bij de montage weer nodig hebben, is de vensterpartij. Die is tamelijk bekrast en bovendien zit er verf op. Nieuwe zijn leverbaar, maar de bestaande is niet stuk. De oude verf wordt voorzichtig verwijderd, waarna een poetsbeurt met koperpoets de twee delen weer een eind op weg brengt naar een fatsoenlijke staat.
Nu kunnen we de assen met de wieltjes weer op hun plek leggen en het geheel sluiten met de bodemplaat. Met vier nagelnieuwe witte bandjes (een klein beetje talkpoeder gebruiken voor het behoud ervan) kan de kleine DS er weer jaren tegen. Voor het vastzetten van de bodemplaat, waarvan immers de klinken zo’n operatie niet overleven, zijn diverse mogelijkheden. Eenvoudigweg lijmen met zoiets als secondelijm kan, maar het risico is groot dat de damp daarvan wit neerslaat op eventuele vingerafdrukken die je in de raampjes achterlaat. Epoxy kan dan een alternatief zijn. Om dat onzichtbaar af te werken, zijn er imitatie klinkkopjes in de handel. Er zijn zelfs setjes met een passend boortje en nieuwe klinkjes te vinden. Wij kiezen ervoor om de bodem vooralsnog met twee nette roestvrij stalen schroefjes vast te zetten, en wel hierom: elke illusie dat het om een ongerestaureerd, perfect exemplaar gaat wordt hierdoor voorkomen. Ook kan het model in het vervolg simpel open voor verder herstel (denk aan nieuwe raampjes) of een nieuwe overspuitbeurt. Bovendien geeft het gebruik van schroefjes geen enkele hinder als er later alsnog imitatieklinkjes in zouden moeten.
Als de bodem weer gemonteerd is, is de DS klaar. Zie maar eens hoe stralend dat er weer bij staat naast het Atlas-DSje!
Restauraties zijn een (meestal) aangename bezigheid die binding geven met het object. Mocht er je dus een DS(je) naar huis volgen dat wel wat aandacht kan gebruiken, laat dan niet na om de DS in kwestie die aandacht te geven. Op de weg of op de schoorsteenmantel: je krijgt er altijd veel plezier voor terug.
Tekst en foto’s: Penny Lane
Doneer, zo blijven we draaien!
Een tip voor de kalender? Een bijdrage voor de voorpagina? Schrijf .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)!
Totaal aantal Berichten: 11738
Geregistreerd: 06-05-2007
- Xantia TD SX
O ja. Het eindresultaat! Nog maar een paar aanvullende foto’s dan?
Doneer, zo blijven we draaien!
Een tip voor de kalender? Een bijdrage voor de voorpagina? Schrijf .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)!
Totaal aantal Berichten: 11738
Geregistreerd: 06-05-2007
- Xantia TD SX
Sa (Petite) Majesté: De SM van Majorette
De Citroën SM mag dan een grote naam hebben in liefhebberskringen, en misschien nog wel een grotere daarbuiten, maar ook in het klein is Sa Majesté een hele grote. Veel versies zijn er in 3-inch, pakweg 1:64, niet geweest. Die van Majorette is misschien wel de mooiste.
Enig zoekwerk levert op dat er tot nu toe vier speelgoed-SMmetjes zijn geweest in het 3-inch formaat: het Engelse Matchbox leverde er één, Siku uit Duitsland had er één in het programma, Majorette in Frankrijk had een SM en Tomica in Japan heeft er in recente jaren één gehad. Norev verwacht in oktober van dit jaar een vijfde 3-inch SM te gaan leveren in de ‘Mininches’ serie; de foto van het ongelakte model in de catalogus is erg veelbelovend. De SM verkleinen tot een speelgoedautootje van ongeveer 7,5 centimeter lang is iets dat wisselend succes oogst: de Matchbox is mooi, maar duidelijk speelgoed. Een beetje te breed, de deuren kloppen niet en het is de enige waarbij de glazen neus niet transparant is uitgevoerd. Het is wel ook de enige die na jaren tegen de plint op rijden, van de schoorsteenmantel vallen, kattenharen uit het tapijt vissen enzovoorts daadwerkelijk heel blijft. Hooguit kan er een asje buigen, typisch een zwak punt van Matchbox’ Superfast serie.
De SM van Siku is ook erg degelijk, maar de A-stijltjes zijn niet erg sterk. Ook wil de vering wel eens breken. Leuk als je een SM-model in de laagste stand wilt hebben voor een diorama, maar om ermee over je stratenplan-tapijt te scheuren is dat hinderlijk. Siku treft de lijnen ook niet veel beter dan Matchbox, maar het modelletje is best netjes gedetailleerd. Tomica maakt een model dat degelijk en tamelijk nauwkeurig is. Mogelijk is de achterkant iets te grof uitgevoerd en van de flitsende kleuren voor de ramen (en dus de koplampen, dat is één onderdeel) moet je houden. En dan kom je uit bij Majorette. Dit model heeft deurtjes die kloppen, de klassieke lijnen van Robert Opron zijn tamelijk netjes getroffen al lijkt het dak bij de B-stijl te knikken en de Majorette SM heeft een keurig verkleind écht SM-stuur. De Majorette heeft maar één echt probleem: door de deuren correct uit te voeren en dus over de dorpels te laten lopen, is het model tussen A- en B-stijl behoorlijk zwak. Zo’n Majorette SM is redelijk makkelijk te vinden, maar een goeie ligt niet meer op elke vlooienmarkt. Gelukkig kun je van twee mottige exemplaren weer één nette maken!
Dat begint met een vroege versie van het model. Dit is wel erg mooi gemaakt, met wieltjes met wieldopjes erin, keurig netjes meegegoten raamlijsten voor en achter en allerhande ander prachtig fijn detailwerk. Maar: de wielophanging is naar de vanen en beide A-stijltjes zijn gebroken; één boven en één onder. Ook is er van de lichtblauwe lak niet veel meer over. Gelukkig is er nog een tweede SM. Deze is later gemaakt: er zitten modernere wieltjes onder, de bodemplaat is daarop iets aangepast en er is, helaas, duidelijk sprake van malslijtage. De raamlijsten, ook wel een érg fijn detail, bestaan op het latere model vrijwel niet meer en de sleuven voor de motorkap zijn deels dichtgelopen met metaal. Majorette heeft de SM ook wel erg lang gemaakt!
Dit tweede model is nog er nog erger aan toe dan het eerste. Het linkerportier ontbreekt, evenals de lak. Binnenin kunnen we nog zien dat ze groen geweest is. Ook is het grootste deel van de ramen kwijt. Eigenlijk zou je hooguit de lampenbak kunnen hergebruiken. Verder is het model kennelijk een keer flink van tafel gestuiterd: de voorste dakrand is ingedrukt en ziet er rafelig uit. Maar: de wielophanging is intact en de bodemplaat puntgaaf. Het kan dus best een goeie donor zijn voor het blauwe model.
Daarom maken we beide modellen eerst maar eens open. Vaak wil een Majorette-model met enig welgemikt schroevendraaiergeweld vanzelf wel open springen. De SM’s niet: ze zijn beide degelijk dicht geklonken. Dat is met een klein boortje zo opgelost. Eénmaal binnen blijkt dat het stripje dat de asjes draagt van de blauwe inderdaad onbruikbaar is geworden: de haakjes, die de asjes vastklemmen, zijn eraf gebroken. De SM is a-typisch voor Majorette in die zin dat Majorette er normaal voor zou kiezen om bij wijze van vering een veerstalen clip over beide asjes te leggen. Door de verschillende spoorbreedtes heeft men bij de SM voor een andere oplossing moeten kiezen. Die oplossing is niet bijzonder degelijk. In het latere koetswerk blijken in de voorspatborden dan ook blokjes te zijn meegegoten die de veeruitslag beperken, precies om het probleem van brekende wielophanging op te vangen. Het interieurtje is alleen maar stoffig en ook de raampjes zijn keurig intact. Dan zouden de A-stijltjes mogelijk met wat epoxy te redden zijn. Dan moet het koetsje eerst maar eens kaal.
Kaal maken is een eitje, de oude lak zit eigenlijk al los. Vervelender is, dat de linker A-stijl er tijdens het kaal maken alsnog uit valt. Nu wordt het wel heel erg modelbouwen om dit koetsje te redden. Zou de dakrand van het donor-exemplaar misschien makkelijker te redden zijn? Het antwoord is ‘ja’: met een klein tangetje, geduld en een sleutelvijltje is dat best weer netjes te maken. Het raamlijstje heb je dan niet meer, maar het is maar zeer de vraag wat daar bij het blauwe model na een A-stijlreconstructie van over was gebleven. Nou ja, dan gaan we toch verder met de donorkoets? Netjes oppoetsen met Scotchbrite en dan alle onderdelen proefpassen: de deurtjes komen uit het blauwe koetsje, net als de raampjes en het interieur. De wielen met ophanging komen uit de donor, net als de bodemplaat. De asjes van het vroege, blauwe exemplaar bleken dunner te zijn dan de latere, zodat die veel mooiere wieltjes niet in de donor-ophanging passen. Verder past alles prima, en eigenlijk ziet een SM er in geborsteld metaal ook prima uit!
Toch gaan we dat niet zo laten. Er staat namelijk nog AC640 Bleu Delta op voorraad van een ander project, en het is veel te leuk om de kleine SM nu ook in een echte Citroën-kleur te zetten. Dat begint met netjes ontvetten, wat vooral bij de deurtjes nog priegelen is. Ze zijn echt klein. Daarna kan alles netjes in de primer worden gezet. Als dat droog is bouwen we met dunne neveltjes een mooie laag Bleu Delta op, die na drogen wordt verzegeld met blanke lak. Nu kun je acryl uit de spuitbus prima tot een mooie ‘bolle’ glans opbouwen, maar bij zo’n klein werkstukje verlies je bij enige laagdikte al snel detail. Bovendien wil dit verftype bij dergelijke laagdiktes na een tijd nog wel eens ‘breken’, waardoor een erg lelijk craquelé-effect ontstaat. Dan maar wat minder glans en een veilig, tamelijk zuinig laagje lak. Het is wel iets om later eens mee verder te experimenteren.
Blijft over het uitstoffen van het interieur, wat met een hard penseel zo gepiept is, en het poetsen van de raampjes met een klein beetje koperpoets. Dan nog een laagje zilverkleurige verf op de velgjes omdat de chroomlaag verdwenen is, en we kunnen voorzichtig aan de eindmontage gaan denken. Afmonteren is een kwestie van stapelen. Eerst komen de portiertjes er weer in. Het veertje is tijdens het spuiten blijven zitten. Dat deed Majorette zelf ook en het zit totaal niet in de weg. Dan volgen de raampjes en de lampenbak. Nu kan het interieur en de wielophanging weer in de koets. Als laatste mag de bodem er weer onder. Dichtmaken gaat het best met epoxy en in dit geval zetten we een klein beetje druk met een klein lijmklemmetje om te zorgen dat koets en bodem mooi aan blijven sluiten.
Sa Majesté is ook in het klein een feest om naar te kijken. Vaak hoor je dat het niet kan, één goeie auto uit twee ouwe lijken opbouwen, omdat ze beide dezelfde zwakke plekken hebben. Maar geef toe: afgewerkt in Bleu Delta ziet het modelletje er weer netjes uit, ondanks dat het uit twee hopeloze gevallen is opgebouwd!
Tekst en foto’s: Penny Lane
Doneer, zo blijven we draaien!
Een tip voor de kalender? Een bijdrage voor de voorpagina? Schrijf .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)!
Totaal aantal Berichten: 17396
Geregistreerd: 15-10-2006
- CX 2400 Super
Ik ben echt een fan van de foto’s bij deze artikelen!
Doneer, zo blijven we draaien!
Een tip voor de kalender? Een bijdrage voor de voorpagina? Schrijf .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)!
Totaal aantal Berichten: 11738
Geregistreerd: 06-05-2007
- Xantia TD SX
Gelukkig heb ik er nog een paar
Derk
Doneer, zo blijven we draaien!
Een tip voor de kalender? Een bijdrage voor de voorpagina? Schrijf .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)!
Totaal aantal Berichten: 11738
Geregistreerd: 06-05-2007
- Xantia TD SX
O ja, in het artikel noem ik de 3-inch SM van Norev, die voor oktober gepland staat. Je kunt ‘m al bekijken op deze afbeelding uit de Norev catalogus die ik via http://www.lamleygroup.com heb gevonden:
De DS met derde neus, die hier ook afgebeeld is, is volgens Norev de ‘73 - ‘75 DS23 Pallas; ook dat model wordt in oktober verwacht. Eindelijk een Norev DS die niet op Traction/Pilote velgjes staat!
Derk
Doneer, zo blijven we draaien!
Een tip voor de kalender? Een bijdrage voor de voorpagina? Schrijf .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)!
Mooie restauratieverslagen
Altijd leuk om die modelletjes te redden. Doe ik ook graag.
Naar de 3” SM van Norev kijk ik ook wel uit. De andere 4 heb ik al in de collectie.
C5 Tourer 2.0HDi 135 Exclusive ‘14
Voorheen: C5 2.0HDI 110 ‘02
AX 1.0 Tonic ‘95
Totaal aantal Berichten: 11738
Geregistreerd: 06-05-2007
- Xantia TD SX
Nog even terzijde wat betreft de 3” SM: de Norev SM in 3” heb ik vandaag op Citromobile eindelijk aangeschaft. In Beige Tholonet is ‘t een erg mooi modelletje geworden. Van de weergave van het dashboard ben ik niet echt een fan: de tellergroep ligt te vlak. Verder uitsluitend lof, want de lijnen zijn prachtig weergegeven en de kleur klopt ook prima!
Derk
Doneer, zo blijven we draaien!
Een tip voor de kalender? Een bijdrage voor de voorpagina? Schrijf .(JavaScript moet ingeschakeld zijn om dit e-mail adres te bekijken)!