Per Jumpy door Marokko 8


Per Jumpy door Marokko 8

In Tan-Tan Plage richt Kees “Visa GTI 115” zijn oog naar het zuiden en geeft zich over aan een dagdroom over een meer dan duizend kilometer lange reis naar het zuidelijkste punt van Marokko en verder naar het magische Dakar. De motor wordt weer gestart en de Jumpy rijdt naar…

Maandag 17 mei: Tan-Tan Plage > Tiznit, 302 km
Het is geheel bewolkt en er staat een stevige wind. We rijden nog een stukje naar het zuiden en zoeken een kilometerpaal die de afstand naar het uiterste zuiden toont: dat is een plek die een enorme aantrekkingskracht op me uitoefent. De stad in het uiterste zuiden is Nouâdhibou met ernaast La Gouira. Ik vind een paal: tot de grens met Mauretanië nog 1.164 km. Vroeger ging je hier in konvooi en onder begeleiding over de piste verder naar het zuiden. Ik hoorde van een Belgische jongeman dat hij acht maanden geleden over de heenweg nog drie dagen deed. Sindsdien is er reeds 500 km asfalt neergelegd en zo heeft hij datzelfde stuk terug in één dag gereden. Zo komt Dakar steeds dichterbij.

Wij draaien echter om en gaan weer richting Tan-Tan. We volgen tot Guelmim dezelfde route als gisteren en gaan dan linksaf richting kust. De weg loopt door de bergen, waar het voor de afwisseling regent, wat de kleuren van de bloemen ten goede komt. We blijven deze prachtige kustweg volgen totdat we vanzelf afbuigen in de richting van Tiznit: een stad met 45.000 inwoners. Ook hier ligt de camping midden in de stad, vlak naast de stadsmuur. Het weer verplicht ons om de tent op te zetten, want anders zou het een onaangenaam koele avond worden. We gaan even de stad in om wat boodschappen te doen. Er zitten wel tien slagers op een rij en alles hangt langs de weg: lekker fris…

Het gevoel van “hier zullen we eens een tijdje blijven staan” krijgen we haast nergens. Dat komt ook omdat je eigenlijk te veel wil zien in een te korte tijd. Het land is zo groot en zo mooi dat we het merendeel moeten overslaan. Als je alle tijd voor jezelf hebt, zal je het toch anders ervaren. We zijn in het bezit van een Capitool-reisgids Marokko. Daar staat zoveel in dat je wel een jaar kunt wegblijven.

Dinsdag 18 mei: Tiznit > Agadir, 272 km
Agadir ligt hier zo’n 100 km vandaan, maar niet als je mijn route rijdt… Het is nog steeds bewolkt. Het is niet het weer dat je hier had verwacht, maar om te reizen kan het natuurlijk niet beter. Een van de dingen waar ik vooraf tegen opzag, was dat het constant bloedheet zou zijn, want daar word je natuurlijk niet actiever van. De warmte is hier toch anders: we hebben er absoluut geen last van en ook de nachten zijn vrijwel altijd koel, vooral omdat we steeds op grote hoogte waren. Juist om die reden wonen daar toch veel mensen. Als we Tiznit via de R104 verlaten, gaat de weg steeds verder omhoog en eindigen we op de Col du Cerdous (1.100 m). De rit omhoog deden we in de mist, maar eenmaal boven is het daar het mooiste weer van de wereld. Dit zijn routes waar ik geen genoeg van kan krijgen: lekker in de tweede of derde versnelling naar boven sukkelen met overal prachtige uitzichten op de kleuren van de bergen. Na vele bochten komen we in de stad Tafraoute op 1.200 meter hoogte in een prachtige vallei van de Anti-Atlas. Het barst hier weer van de bedrijvigheid, voor sommigen. De rest doet niets, behalve kijken naar Kees en Henny, die in hun nieuwe bakkersauto voorbij komen rijden. Na de stad gaan we nog hoger en worden de uitzichten steeds mooier. We vinden een prachtige picknickplek, waar we ons vers gekochte broodje opeten.

Even verder komt een uitzicht op een oude vesting met de naam Tioulit. Die is gebouwd op een heuveltop, die je al van heel ver kunt zien. Daarna komen we bij het prachtige uitzichtpunt Āit-Baha. “Je weet niet wat je ziet,” zeg ik nog maar eens. Wat is dit toch een mooi land; geen dag is hetzelfde!

Als we weer afgedaald zijn, rijden we door de “tuin van de groenteman”. Alles wordt hier verbouwd in van die plastic kassen. Het is geen gezicht, maar wel goedkoop en levert twee oogsten per jaar op. En wij in Holland maar tobben met aardgas, zonne-energie of van die verschrikkelijke windmolens. Hier kan je hoe dan ook niet tegenop!

Langzaam maar zeker naderen we Agadir. Het werd in 1960 getroffen door een aardbeving, waarbij 10.000 slachtoffers te betreuren vielen. Je ziet daar niets meer van: hier staat een moderne, toeristische stad met vele grote hotels aan het kilometerslange zandstrand. Ook zijn hier veel visindustrie en een grote uitvoerhaven voor allerhande fruitproducten uit het achterland. Agadir heeft 110.000 inwoners en wordt het hele jaar door toeristen bezocht. De temperatuur is zeer aangenaam. Vandaar dat veel Europeanen hier overwinteren. Onlangs is er buiten de stad een moderne medina gebouwd, met een gigantische supermarkt van Majanne oftewel Auchan uit Frankrijk. Zo druk als het in de Franse superstores is, zo stil is het hier. De mensen kunnen de prijzen niet betalen. Wij zijn blij dat er bier, wijn en andere drank te koop is: heerlijk! Ook verschijnt er deze avond weer eens een groot stuk vlees op het bord. We zullen twee dagen blijven om het een en ander te bekijken. De camping bij het strand is nu heel stil, maar schijnt in de wintermaanden bomvol te zijn.

Woensdag 19 mei – donderdag 20 mei: Agadir
Na een bezoek aan de supermarkt laten we de auto weer eens wassen. De bagage wordt gesorteerd en wat we kunnen missen, gaat de vuilnisbak in. Weg ermee!

Je kunt op dit artikel reageren in het topic De Jumpy-avonturen van Visa GTI 115.

tekst en foto’s: Visa GTI 115

© Citroën-Forum 2003 - 2024 | adverteren
Facebook