view Geschiedenis Citroën automobielen
In 1905 begint André Citroën een tandwielfabriek. In 1908 helpt hij het slecht renderende automerk Mors er weer bovenop met managementadviezen. In 1915 start hij een munitiefabriek gebaseerd op de lopende band techniek overgenomen na een bezoek aan Amerika en Henry Ford. Tijdens de Eerste Wereldoorlog produceert deze fabriek meer dan 23 miljoen granaten. Uit dit succes betrekt Citroën het benodigde startkapitaal om een automobielfabriek te beginnen. Wederom wordt als voorbeeld de productiemethode van Henry Ford gebruikt. In 1919 introduceert Citroën de eerste aan de lopende band geproduceerde auto van Europa, de 10 HP Type A. Vanaf 1919 heeft Citroën succes op succes met het bouwen van, dan nog, achterwielaangedreven personenauto en bestelauto’s. Door zijn bijzondere manier van reclame maken verwerft het merk grote faam. Citroën organiseert wereldreizen per auto, zoals de Croisiere Noir door Afrika en de Croisiere Jaune door China. Citroën regelt de bewegwijzering in Frankrijk, stelt buslijnen in met Citroën bussen, verzorgt autoverzekeringen en zorgt voor een dicht distributienetwerk. Zijn laatste geniale daad waarmee hij in 1934 een ommekeer in de automobielindustrie teweeg weet te brengen is de introductie van de Citroën Traction Avant, de eerste in serie geproduceerde voorwielaangedreven auto ter wereld. Deze auto had een aantal heel bijzondere aspecten voor die tijd: als eerste natuurlijk de voorwielaandrijving, waardoor er weinig passagiersruimte verloren gaat aan een middentunnel in de bodemplaat. Verder gaat het om een geheel zelfdragende carrosserie waar geen apart chassis onder gemonteerd is en is het een van de eerste in serie geproduceerde auto’s met kopklepmotor.
Goklust en de ontwikkeling van deze Traction Avant kosten hem echter zoveel geld, dat Citroën op de rand van een faillissement komt. In 1934 wordt het merk Citroën overgenomen door Michelin. Via nuchtere calculaties wordt drastisch gesneden in de ontwikkeling van de Traction en zo sneuvelt de poging tot het ontwikkelen van een Automatische versnellingsbak voor die wagen.
Op 3 juli 1935 om 9 uur overlijdt de inmiddels straatarme André Citroën aan de gevolgen van kanker. Straatarm, maar wel voortlevend in de geschiedenis als de man die vele bekende zaken als eerste heeft ingesteld: autoverzekeringen, autodealers, onderdelendistributie, openbaar vervoer per bus, bewegwijzering, bedrijfsmaatschappelijk werk, bedrijfsmedische dienst, de kindercreche op het werk en zwangerschapsverlof. Hij wordt naar zijn laatste rustplaats in Montparnasse gereden in een Renault. Zijn laatste rustplaats wordt veel door Citroën-adepten bezocht en goed onderhouden.
Rond deze tijd wordt ook de Citroën 2CV ontwikkeld. Het ontwerp moest voldoen aan een aantal simpele criteria. Deze auto zou na de Tweede Wereldoorlog een doorslaand succes worden.